ballen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·len

Zelfstandig naamwoord

ballen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bal
Verwante begrippen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ballen
balde
gebald
zwak -d volledig

Werkwoord

ballen

  1. overgankelijk tot een bal tezamen doen
    • Hij balde zijn vuist van woede. 
  1. inergatief (vrij ongericht) met een bal spelen
    • Dan balden we nog wat verder naar één goaltje. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord ballen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Noors

Woordafbreking
  • bal·len
Naar frequentie 1689

Zelfstandig naamwoord

ballen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ball

Zelfstandig naamwoord

ballen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van balle

Nynorsk

Woordafbreking
  • bal·len

Zelfstandig naamwoord

ballen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ball

Zelfstandig naamwoord

ballen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van balle
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.