baaierd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baaierd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbajərt/
Woordafbreking
  • baai·erd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘chaos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1605 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord baaierd baaierds
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

baaierd m

  1. ongevormde massa voor de schepping, waaruit de geordende aarde ontstaan is
  2. verwarring, warboel, woelige massa
    • Er brak brand uit en het huis veranderde in een baaierd van vlammen. 
    • Op de spiegel van de Blauwe Wierenzee zat, als een uit de baaierd van het water overgebleven restant, een vreemd wezen.[2] 
  1. doorgangsgevangenis
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord baaierd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

baaierd

  1. chaos
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.