audiokabel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·dio·ka·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audiokabel audiokabels
verkleinwoord audiokabeltje audiokabeltjes

Zelfstandig naamwoord

audiokabel m

  1. elektrisch snoertje dat het geluidssignaal van het ene naar het andere apparaat vervoert.
    • Het geluid van de computer ging via een audiokabel naar de versterker. 
    • Een audiokabel heeft vaak tulpstekkertjes 

Gangbaarheid

  • Het woord audiokabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.