assembleerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·sem·bleer·de

Werkwoord

vervoeging van
assembleren

assembleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van assembleren
    • Ik assembleerde. 
    • Jij assembleerde. 
    • Hij, zij, het assembleerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.