arresteerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·res·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
arresteren

arresteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van arresteren
    • Ik arresteerde. 
    • Jij arresteerde. 
    • Hij, zij, het arresteerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.