apprecieer
Nederlands
Woordafbreking
- ap·pre·ci·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
appreciëren |
apprecieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreciëren
- Ik apprecieer.
- gebiedende wijs van appreciëren
- Apprecieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreciëren
- Apprecieer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.