apolitiek
Nederlands
Woordafbreking
- apo·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | apolitiek | apolitieker | apolitiekst |
verbogen | apolitieke | apolitiekere | apolitiekste |
partitief | apolitieks | apolitiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
apolitiek [1]
- zonder enige politieke lading of interesse
- Maar juist de rechtsstaat zorgt ervoor dat het veiligheidsbeleid niet wordt gereduceerd tot louter het thema law and order. In de rechtsstaat schuilt apolitieke neutraliteit die cruciaal is voor een zekere afstand van de politiek tot de aanpak van onveiligheid. Gezag, neutraliteit, afstand, juridische waarborgen, kennis van zaken - allemaal aspecten die node worden gemist op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Mijn advies? Praat de komende jaren eens wat meer over justitie en wat minder over onveiligheid.[2]
Gangbaarheid
- Het woord apolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'apolitiek' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.