antivirus

Nederlands

logo van Kaspersky Antivirus
Uitspraak
  • Geluid:  antivirus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑntiˌvirʏs/
Woordafbreking
  • an·ti·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antivirus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

antivirus o

  1. (informatica) programma dat de computer tegen computervirussen beschermt
    • De advertentie zorgde ervoor dat de computers van de bezoekers vastliepen. De slachtoffers werden vervolgens bedolven onder pop-ups. Voor 50 dollar konden zij het programma Antivirus Soft downloaden, dat alle problemen zou oplossen. Dat was geen echte antivirus, gaf Sahurovs toe. Het enige wat dat programma deed, was de besmetting uitschakelen.[1] 
    • De Windows 10 Anniversary Update brengt onder meer Windows Ink, waarmee gebruikers digitale memobriefjes kunnen schrijven, en een verbetering van de antivirus Windows Defender.[2] 
Afgeleide begrippen
  • antivirusprogramma, antivirussoftware, antivirussite, antivirusvirus, antivirusexpert, antivirustechnologie, antivirusontwikkelaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'antivirus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 7 februari 2018 Verspreider scareware bekent schuld
  2. de Telegraaf 3 augustus 2016 Verjaardagsupdate van Windows 10
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.