ambidexter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bi·dex·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord ambidexter ambidexters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ambidexter m

  1. iemand die zowel links- als rechtshandig is
  2. (figuurlijk) een handig iemand
Verwante begrippen
stellend
onverbogen ambidexter
verbogen ambidextere
partitief ambidexters

Bijvoeglijk naamwoord

ambidexter

  1. alleen predicatief: zowel links- als rechtshandig
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ambidexter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.