ambetanterik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·be·tan·te·rik
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van een leenwoord uit het Frans, embêtant
enkelvoud meervoud
naamwoord ambetanterik ambetanteriken
verkleinwoord ambetanterikje ambetanterikskes

Zelfstandig naamwoord

ambetanterik m

  1. een vervelend of een lastig persoon

Gangbaarheid

  • Het woord ambetanterik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
17 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.