algebraïsch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ge·bra·isch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen algebraïschalgebraïscher
verbogen algebraïschealgebraïschere
partitief algebraïschalgebraïschers-

Bijvoeglijk naamwoord

algebraïsch

  1. betrekking hebbend op de algebra, gebaseerd zijn op de algebra
    • Het is absurd de toekomst van kinderen te laten dicteren door selectieve toetsen op zo’n smalle basis. De Citoscore wordt misbruikt als een maakbaarheidsinstrument, in plaats van als nuttige steun in de voortgang van het onderwijs. De uitslag wordt gezien als een eigenschap van een individu, zoals de kleur van diens ogen; of erger nog, een eigenschap die bepalend is voor dat individu. De vorderingen van leerlingen op een algebraïsche manier meten is zoiets als als de schedelmetingen in de negentiende eeuw. Het lijkt exact, maar het is een bezweringsformule gebaseerd op de schijnzekerheid van getallen.[1] 
    • „Je kunt er alle kanten mee uit. X. Y. Sterk. Prozaïsch. Vol met de energie van het onbekende. X en y zijn de peilers voor een algebraïsch vraagstuk. Ze staan voor het mannelijke chromosoom tegenover het vrouwelijke XX. Ze verwijzen naar het gesloten dossier, naar de onopgeloste misdaad.”[2]  
Synoniemen
  • stelkundig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord algebraïsch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Vincent Icke 20 februari 2012
  2. NRC Joyce Roodnat 4 april 2011
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.