airshow

airshow
Parijs, Le Bourget, 2009

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  airshow    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛːrʃo/
Woordafbreking
  • air·show
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord airshow airshows
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

airshow m

  1. evenement waar publiek kan kijken naar bijzondere vliegtuigen en naar vluchten waarmee piloten hun vaardigheden laten zien
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord airshow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.