afweert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·weert

Werkwoord

vervoeging van
afweren

afweert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren
    • ... dat jij afweert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren
    • ... dat hij afweert. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.