aftapbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aftapbaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑfˈtɑbar/
Woordafbreking
  • af·tap·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aftapbaaraftapbaarderaftapbaarst
verbogen aftapbareaftapbaardereaftapbaarste
partitief aftapbaarsaftapbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

aftapbaar

  1. van een telefoon of ander communicatie apparaat: dat het afgeluisterd kan worden
    • Ik word gefilmd. Als ik tank bij een benzinestation, als ik wacht op het perron, in een winkelstraat, bij een geldautomaat, als ik bij iemand aanbel. We leven tussen de flitspalen, telefoons zijn aftapbaar en traceerbaar, cookies en spyware infiltreren onze computers. Mag het verbazen dat in zo'n omgeving een tv-programma gedijt als Big brother , dat "zero privacy" in het vaandel draagt? [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aftapbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. De Standaard 4 maart 2006 Filip Huysegems Dokte Pulp. De angst om níet bekeken te worden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.