afstel
Nederlands
Woordafbreking
- af·stel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstellen |
afstel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen
- ... dat ik afstel.
Gangbaarheid
- Het woord afstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afstel' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.