afsplitsing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·split·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van afsplitsen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord afsplitsing afsplitsingen
verkleinwoord afsplitsinkje
afsplitsingetje
afsplitsinkjes
afsplitsingetjes

Zelfstandig naamwoord

afsplitsing v

  1. afscheiding
    • Vooral in de protestantse kerken kent men een rijke geschiedenis van afsplitsingen. 

Gangbaarheid

  • Het woord afsplitsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.