afscheep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·scheep

Werkwoord

vervoeging van
afschepen

afscheep

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschepen
    • ... dat ik afscheep. 

Gangbaarheid

  • Het woord afscheep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.