afluist
Nederlands
Woordafbreking
- af·luist
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afluizen |
afluist
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluizen
- ... dat jij afluist.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluizen
- ... dat hij afluist.
Gangbaarheid
- Het woord 'afluist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.