afkerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van afkeer met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afkerigafkerigerafkerigst
verbogen afkerigeafkerigereafkerigste
partitief afkerigsafkerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

afkerig

  1. een hekel hebbend aan
    • Kinderen zijn vaak afkerig van spruitjes en spinazie. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.