afjakkert
Nederlands
Woordafbreking
- af·jak·kert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afjakkeren |
afjakkert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjakkeren
- ... dat jij afjakkert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjakkeren
- ... dat hij afjakkert.
Gangbaarheid
- Het woord afjakkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.