afgewend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·wend
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van afwenden: voltooid deelwoord
  • vervoeging van afwennen: voltooid deelwoord
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afgewendafgewender
verbogen afgewende
partitief afgewends--

Bijvoeglijk naamwoord

afgewend

  1. dat iets dat voorkomen is
    • Nu het afgewende gevaar geen bedreiging meer was, waren alle mensen weer even zorgeloos als vroeger. 
Antoniemen
  • onafgewend

Werkwoord

vervoeging van
afwenden

afgewend

  1. voltooid deelwoord van afwenden

Werkwoord

vervoeging van
afwennen

afgewend

  1. voltooid deelwoord van afwennen

Gangbaarheid

  • Het woord afgewend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.