affecteert
Nederlands
Woordafbreking
- af·fec·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
affecteren |
affecteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affecteren
- Jij affecteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affecteren
- Hij affecteert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van affecteren
- Affecteert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.