adverteerde
Nederlands
Woordafbreking
- ad·ver·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
adverteren |
adverteerde
- enkelvoud verleden tijd van adverteren
- Ik adverteerde.
- Jij adverteerde.
- Hij, zij, het adverteerde.
- Ik adverteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.