acquisitie
Nederlands
Woordafbreking
- ac·qui·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanwinst’ voor het eerst aangetroffen in 1518 [1]
- Naamwoord van handeling van acquireren met het achtervoegsel -tie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acquisitie | acquisities |
verkleinwoord | acquisitietje | acquisitietjes |
Zelfstandig naamwoord
acquisitie v
- Acquisitie is één van de manieren voor een bedrijf om te groeien.
- de zoektocht naar nieuwe zakelijke relaties en opdrachten
- De directeur van het aannemersbedrijf was altijd op pad om nieuwe acquisities te verwerven.
Gangbaarheid
- Het woord acquisitie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'acquisitie' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.