accuratesse
Nederlands
Woordafbreking
- ac·cu·ra·tes·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zorgvuldigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
- uit het Duits [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accuratesse | - |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord accuratesse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'accuratesse' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.