abonneer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abon·neer

Werkwoord

vervoeging van
abonneren

abonneer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
    • Ik abonneer. 
  2. gebiedende wijs van abonneren
    • Abonneer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
    • Abonneer je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.