aanzicht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·zicht
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aanzien (met het achtervoegsel -t) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord aanzicht aanzichten
verkleinwoord aanzichtje aanzichtjes

Zelfstandig naamwoord

aanzicht o

  1. aanblik, voorkomen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord aanzicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.