aanwezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanwezen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱˌwezə(n)/
Woordafbreking
  • aan·we·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanwezen [2]

  1. tegenwoordigheid, existentie, aanzijn [3]

Werkwoord

vervoeging van
aanwijzen

aanwezen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwijzen
    • ...dat wij aanwezen. 
    • ...dat jullie aanwezen. 
    • ...dat zij aanwezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.