aanvrager
Nederlands
Woordafbreking
- aan·vra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvrager | aanvragers |
verkleinwoord | aanvragertje | aanvragertjes |
Zelfstandig naamwoord
aanvrager m
- iemand die een verzoek doet
- De aanvragers van de subsidie moeten een uitgebreide uitleg geven waarvoor ze de subsidie nodig hebben.
- De aanvrager van een uitkering moet een aantal officiële documenten meebrengen.
Gangbaarheid
- Het woord aanvrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanvrager' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.