aanvangt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvangt    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɱˌvɑŋt/
Woordafbreking
  • aan·vangt

Werkwoord

vervoeging van
aanvangen

aanvangt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen
    • ... dat jij aanvangt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen
    • ... dat hij aanvangt. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.