aanteken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanteken    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌtekə(n)/
Woordafbreking
  • aan·te·ken

Werkwoord

vervoeging van
aantekenen

aanteken

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantekenen
    • ... dat ik aanteken. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.