aansluit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansluit    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌslœyt/
Woordafbreking
  • aan·sluit

Werkwoord

vervoeging van
aansluiten

aansluit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten
    • ... dat ik aansluit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten
    • ... dat jij aansluit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten
    • ... dat hij aansluit. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.