aanroep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanroep    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌrup/
Woordafbreking
  • aan·roep

Werkwoord

vervoeging van
aanroepen

aanroep

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroepen
    • ... dat ik aanroep. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.