aanroep
Nederlands
Woordafbreking
- aan·roep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanroepen |
aanroep
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroepen
- ... dat ik aanroep.
Gangbaarheid
- Het woord aanroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanroep' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.