aanrechtten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·recht·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanrechten

aanrechtten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanrechten
    • ...dat wij aanrechtten. 
    • ...dat jullie aanrechtten. 
    • ...dat zij aanrechtten. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.