aanmaakten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmaakten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmaktə(n)/
Woordafbreking
  • aan·maak·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanmaken

aanmaakten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanmaken
    • ...dat wij aanmaakten. 
    • ...dat jullie aanmaakten. 
    • ...dat zij aanmaakten. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.