aankweek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankweek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋˌkwek/
Woordafbreking
  • aan·kweek
enkelvoud meervoud
naamwoord aankweek aankweken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aankweek m

  1. het kweken
  2. het gekweekte

Werkwoord

vervoeging van
aankweken

aankweek

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankweken
    • ... dat ik aankweek. 

Gangbaarheid

  • Het woord aankweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.