aanheeft

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanheeft    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌheft/
  • IPA: /ɦeːft/
Woordafbreking
  • aan·heeft

Werkwoord

vervoeging van
aanhebben

aanheeft

  1. (in een bijzin) tweede persoon (alleen U) en derde persoon enkelvoud van aanhebben
    • ... dat hij, zij, het aanheeft. 
    • ... dat u aanheeft. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.