Zweedse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zweedse    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): ˈzʋet.sə
    • (Vlaanderen, Brabant): ˈzβ̞et.sə
    • (Limburg): ˈzwed.sə
Woordafbreking
  • Zweed·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Zweeds met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord Zweedse Zweedsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Zweedse v

  1. (demoniem) een vrouw uit Zweden
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Zweedse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Zweeds

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.