Zuid-Koreaanse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zuid-Koreaanse    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌzœʏ̯t koreˈjansə/, /ˌzʌʏ̯t koreˈjansə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌzœːt koreˈjaːnsə/
    • (Limburg): /ˌzœːt koreˈjaːnsə/, /ˌzœː koreˈjaːnsə/
Woordafbreking
  • Zuid-Ko·re·aan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zuid-Koreaanse Zuid-Koreaansen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

Zuid-Koreaanse v

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Zuid-Korea, of een vrouw afkomstig uit Zuid-Korea
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Zuid-Koreaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Zuid-Koreaans
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.