Zaantje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zaantje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzaɲcə/
Woordafbreking
  • Zaan·tje
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Zaantje o

  1. (toponiem) (informeel) Zaankant
    • Na vier weken rondreizen is het fijn weer in het Zaantje te zijn. 
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

Zaantje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Zaan

Gangbaarheid

  • Het woord 'Zaantje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.