Noord-Afrikaans
Nederlands
Woordafbreking
- Noord-Afri·kaans
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Noord-Afrikaan met het achtervoegsel -s
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | Noord-Afrikaans | Noord-Afrikaanser | Noord-Afrikaanst |
| verbogen | Noord-Afrikaanse | Noord-Afrikaansere | Noord-Afrikaanste |
| partitief | Noord-Afrikaans | Noord-Afrikaansers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Noord-Afrikaans
- (demoniem) op dat deel van Afrika betrekking hebbend dat ten noorden van de Sahara ligt
- In de Noord-Afrikaanse regio heerste in 2011 grote politieke instabiliteit.
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Noord-Afrika in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Noord-Afrikaan • inwoonster: Noord-Afrikaanse • bijvoeglijk: Noord-Afrikaans | |||||||||||
Gangbaarheid
- Het woord Noord-Afrikaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.