Läden

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Läden    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈlɛːdən /
Woordafbreking
  • Lä·den

Zelfstandig naamwoord

Läden

  1. mannelijk meervoud van Laden
  1. «In unserem Krankenhaus finden Sie auf zwei großen Plätzen diverse Läden, wie einen kleinen Supermarkt, einen Geschenkladen und eine Buchhandlung.»
    In ons ziekenhuis vindt u op de twee grote pleinen diverse winkels, zoals een kleine supermarkt, een cadeauwinkel en een boekwinkel.
Schrijfwijzen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.