Egyptenaar
Nederlands
Woordafbreking
- Egyp·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Egyptenaar | Egyptenaren, Egyptenaars |
verkleinwoord | Egyptenaartje | Egyptenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
Egyptenaar m
- (demoniem) een inwoner van Egypte
- De Egyptenaren staan bekend om hun gastvrijheid.
- (verouderd) zigeuner, Rom
- Men noemde zigeuners in die tijd (en vaak later ook): Egyptenaren, zonen van Farao, Heidenen, Tartaren, Bohémiens, Tsiganes, Gitanos, Gypsies (van ‘Egyptians’), Gigány en nog veel meer. [1]
Verwante begrippen
Demoniemen bij Egypte in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Egyptenaar • inwoonster: Egyptische • bijvoeglijk: Egyptisch |
Gangbaarheid
- Het woord Egyptenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.