welken

Dutch

Etymology

Akin to German welken, English welk, related to wolk.

Pronunciation

  • (file)

Verb

welken

  1. to wither

Inflection

Inflection of welken (weak)
infinitive welken
past singular welkte
past participle gewelkt
infinitive welken
gerund welken n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular welkwelkte
2nd person sing. (jij) welktwelkte
2nd person sing. (u) welktwelkte
2nd person sing. (gij) welktwelkte
3rd person singular welktwelkte
plural welkenwelkten
subjunctive sing.1 welkewelkte
subjunctive plur.1 welkenwelkten
imperative sing. welk
imperative plur.1 welkt
participles welkendgewelkt
1) Archaic.

German

Verb

welken (third-person singular simple present welkt, past tense welkte, past participle gewelkt, auxiliary haben)

  1. to wither

Conjugation

Derived terms

Further reading

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.