voorraad

Dutch

Pronunciation

IPA^(key): /ˈvoːraːt/
Audio (file)
Hyphenation: voor‧raad

Etymology 1

From voor +‎ raad, calque of German Vorrat.

Noun

voorraad m (plural voorraden, diminutive voorraadje n)

stock (inventory), provision

Derived terms

bevoorraden
drankvoorraad
geldvoorraad
krijgsvoorraad
mondvoorraad
noodvoorraad
voedselvoorraad
voorraadaffuit
voorraadbeheer
voorraadbus
voorraaddoos
voorraadgrootheid
voorraadkamer
voorradig
wapenvoorraad
wijnvoorraad
winkelvoorraad
wintervoorraad
woningvoorraad

Etymology 2

From Middle Dutch voreraet.

Noun

voorraad m (uncountable)

(obsolete) premeditation, counsel beforehand

Anagrams

daarvoor

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.