rapporteren

Dutch

Etymology

From French rapporter.

Pronunciation

  • (file)

Verb

rapporteren

  1. to report

Inflection

Inflection of rapporteren (weak)
infinitive rapporteren
past singular rapporteerde
past participle gerapporteerd
infinitive rapporteren
gerund rapporteren n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular rapporteerrapporteerde
2nd person sing. (jij) rapporteertrapporteerde
2nd person sing. (u) rapporteertrapporteerde
2nd person sing. (gij) rapporteertrapporteerde
3rd person singular rapporteertrapporteerde
plural rapporterenrapporteerden
subjunctive sing.1 rapportererapporteerde
subjunctive plur.1 rapporterenrapporteerden
imperative sing. rapporteer
imperative plur.1 rapporteert
participles rapporterendgerapporteerd
1) Archaic.

Synonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.