onverenigbaar

Dutch

Etymology

on- + verenigbaar

Pronunciation

  • (file)

Adjective

onverenigbaar (comparative onverenigbaarder, superlative onverenigbaarst)

  1. incompatible

Inflection

Inflection of onverenigbaar
uninflected onverenigbaar
inflected onverenigbare
comparative onverenigbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onverenigbaaronverenigbaarderhet onverenigbaarst
het onverenigbaarste
indefinite m./f. sing. onverenigbareonverenigbaardereonverenigbaarste
n. sing. onverenigbaaronverenigbaarderonverenigbaarste
plural onverenigbareonverenigbaardereonverenigbaarste
definite onverenigbareonverenigbaardereonverenigbaarste
partitive onverenigbaarsonverenigbaarders

Antonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.