onbeteugeld

Dutch

Etymology

on- + beteugeld

Pronunciation

  • (file)

Adjective

onbeteugeld (comparative onbeteugelder, superlative onbeteugeldst)

  1. unbridled
    Katholieken gaan ervan uit dat alle mensen in principe goed zijn, maar de zonde heeft de mensheid al meteen in het begin als een spirituele ziekte besmet en kan haar in spiritueel opzicht te gronde richten als hij onbeteugeld zijn gang kan gaan.[1] Catholics take it as given that all people in principle are good, but that sin has infected humanity immediately from the beginning as a spiritual sickness and can lead humanity aground in spiritual matters if it can get its way unbridled.

Inflection

Inflection of onbeteugeld
uninflected onbeteugeld
inflected onbeteugelde
comparative onbeteugelder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onbeteugeldonbeteugelderhet onbeteugeldst
het onbeteugeldste
indefinite m./f. sing. onbeteugeldeonbeteugeldereonbeteugeldste
n. sing. onbeteugeldonbeteugelderonbeteugeldste
plural onbeteugeldeonbeteugeldereonbeteugeldste
definite onbeteugeldeonbeteugeldereonbeteugeldste
partitive onbeteugeldsonbeteugelders

References

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.