levenskrachtig

Dutch

Etymology

From levenskracht + -ig

Pronunciation

  • (file)

Adjective

levenskrachtig (comparative levenskrachtiger, superlative levenskrachtigst)

  1. energetic, spirited, having great vitality and vigour

Inflection

Inflection of levenskrachtig
uninflected levenskrachtig
inflected levenskrachtige
comparative levenskrachtiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial levenskrachtiglevenskrachtigerhet levenskrachtigst
het levenskrachtigste
indefinite m./f. sing. levenskrachtigelevenskrachtigerelevenskrachtigste
n. sing. levenskrachtiglevenskrachtigerlevenskrachtigste
plural levenskrachtigelevenskrachtigerelevenskrachtigste
definite levenskrachtigelevenskrachtigerelevenskrachtigste
partitive levenskrachtigslevenskrachtigers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.