hondenlul

Dutch

Alternative forms

  • hondelul (superseded spelling)

Etymology

Compound of hond (dog) + -en- + lul (dick).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɦɔn.də(n)ˌlʏl/
  • (file)
  • Hyphenation: hon‧den‧lul

Noun

hondenlul m (plural hondenlullen, diminutive hondenlulletje n)

  1. (derogatory, vulgar) dick, asshole, prick (usually used for males)
  2. (uncommon) canine dick, dog penis
    • 2013, Eef Lanoye, De bosnimf en de ridder. Kort verhaal, Uitgeverij De Arbeiderspers (originally published in 2011 as part of an anthology).
      Ik voel klauwen in mijn rug grijpen en een dunne hondenlul anaal in mij glijden. De hond neukt me in hoog tempo.
      I feel claws grabbing in my back and a thin dog dick slipping into my anus. The dog fucks me at a fast pace.
    • 2015, Nico Dijkshoorn, Huilen en lachen, Atlas Contact.
      Honden hebben een blauwe lul. [] De blauwe hondenlul is denk ik het meest genegeerde lichaamsdeel op aarde.
      Dogs have a blue dick. [] Methinks the blue canine dick is the most ignored body part on Earth.

Derived terms

  • hi ha hondenlul
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.